642 19 DECEMBER 1921. mocht bevatten, dan zal hij nog voldoende pensioen krijgen. Er bestaat evenwel groote kans, dat het inkomen van het laatste jaar als maatstaf zal gelden voor den pensioengrond slag. Men kan van Burgemeester en Wethouders geen voor stel verwachten om den heer K r i e n s nog langer te continueeren. Gesteld eens, dat de Eerste Kamer deze Pensioenwetten niet aanneemt en het tot stand komen van een nieuwe pensioenregeling dientengevoge op de lange baan wordt geschoven, zouden wij den heer K r i e n s dan steeds maar als directeur moeten handhaven Er moet toch altijd een grens zijn. Bovendien moeten wij denken aan de consequenties als straks andere ambtenaren komen vragen of zij nog na den 65-jarigen leeftijd in dienst mogen blijven. Herhaaldelijk komen ambtenaren voor het geval te staan, dat zij kunnen zeggen Wanneer ik nog tot zoolang in dienst zou kunnen blijven, wordt mijn pensioen zooveel beter. Men moet echter rekening houden met de billijkheid en bevredigd zijn met de gedachte, dat een voldoende toestand zal worden geschapen. De heer HORNIX zegt, dat de Voorzitter heeft ge wezen op den hoogen sprong van f 800,op f 2000, welken het salaris van den heer K r i e n s heeft gemaakt. Zulks is echter niet zoo zeer te wijten aan de tijdsomstan digheden, doch aan het feit, dat de heer K r i e n s altijd te laag bezoldigd is geworden. Voorts wijst spr. er op, dat de heer K r i e n s dit jaar nog diensten heeft bewezen bij de liquidatie van het korps, welke de gemeente f 1800.heeft opgebracht. De VOORZITTER: Licht, dat de heer Kriens nog iets voor zijn traktement heeft gedaan De heer HORNIX zegt ten slotte met een matig voorstel te komen; hij wil n.l. den heer Kriens nog tot 1 Juli 1922 in dienst houden. De heer MOLL Om wat te doen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 642