tg DECEMBER 1921. 645 De VOORZITTER wil er den heer Hornix nog even op wijzen, dat hier geen sprake kan zijn van consequenties van een vorig raadsbesluit. Toen moest de liquidatie van het korps nog plaats hebben; dit is nu absoluut afgeloopen. Er is dus geen enkele reden meer om de heer K r i e n s nog langer in zijn functie te handhaven. De heer HORNIXWij zijn zedelijk verplicht ons een maal ingenomen standpunt, dat de heer K r i e n s van de opheffing zijner functie geen nadeel mag ondervinden, te handhaven. Dit was ook de bedoeling van den heer Haai man, den slachter van het Stedelijk Muziekkorps, toen deze zijn voorstel deed. De heer KORTEWEG kan zich volkomen vereenigen met de opvatting, dat wij toen het besluit hebben genomen om den heer Kriens.zijn salaris uit te betalen totdat de nieuwe Pensioenwetten in werking treden. Er is echter nog iets anders. De Schutterij was indertijd in het bezit van instrumenten, welke later aan het Stedelijk Muziekkorps zijn overgegaan en dit jaar door de gemeente zijn verkocht. Nu komt het volgens spr. den heer K r i e n s, als de eenig overgeblevene van het korps, toe, uit de opbrengst van dien verkoop schadeloos te worden gesteld. De VOORZITTER zegt, dat die instrumenten natuurlijk tot het eigendom der gemeente behoorden. Men kan toch niet fingeeren, dat de directeur van het korps daarop rechten zou kunnen doen gelden. Vervolgens constateert spr., dat er twee voorstellen zijn, n.l. dat van den heer Hornix en dat van den heer C e r u 11 i, en geeft in overweging in verband hiermede de zaak tot een volgende vergadering aan te houden. De heer HORNIX wil de zaak thans afdoen. De heer CERUTTI zet zijn voorstel nogmaals uiteen. De heer Kriens wordt gepensionneerd met ingang van 1 Januari

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 645