646
19 DECEMBER 1921.
1922, blijkt dan later, dat de heer Kriens volgens de
nieuwe Pensioenwetten meer zou hebben gekregen, dan kent
men hem het verschil in den vorm van een aanvullings
pensioen toe.
De VOORZITTEREr moet ook worden nagegaan of
het voorstel van den heer C e r u 11 i administratief uitvoer
baar is.
De heer HORNIX Dan zal er wel iets op gevonden worden,
dat het niet kan
De heer HAALMAN merkt nog op, dat het voorstel van
den heer C e r u 11 i eigenlijk hetzelfde is als wat de heer
H o r n i x wil.
Alsnu worden de voorstellen van de heeren
Hornix en Cerutti gesteld in handen van
Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver
hooging van de jaarlijksche bijdrage'aan het gemeentelijk
pensioenfonds en tot verdeeling van die bijdrage over de
verschillende bedrijven, luidende als volgt
,,Bij Uw besluit van den i Augustus 1914 werden de be
dragen vastgesteld, die de bedrijven over 1914 en eerst
volgende jaren, overeenkomstig art. 2, 3e lid der verordening
op het beheer van het gemeentelijk pensioenfonds in de kas
van het fonds moesten storten. Tevens werd toen vastgesteld
het bedrag, dat de gemeente (voor den algemeenen dienst)
aan het fonds over 1914 zou hebben uit te keeren.
Reeds in de eerste jaren na 1914 bleek, dat het subsidie
van de gemeente voor den algemeenen dienst, vastgesteld
op f 16.000,ontoereikend was, met het gevolg, dat dit
bedrag bij de verschillende gemeente-begrootingen geleidelijk
moest worden verhoogd.
Nu de eerste wetenschappelijke balans van het fonds is