19 DECEMBER 1921.
653
wijzer zou kunnen plaatsen op de plek aan het Kerkplein,
waar vroeger een urinoir stond. De plaats voor het urinoir
in de Torenstraat acht spr. goed. Wat het damescabinet
betreft, het zal zeer moeilijk zijn daarvoor een geschikte
plaats te vinden. Burgemeester en Wethouders zullen overi
gens van deze zaak geen kabinetskwestie maken
De heer COHEN acht de Torenstraat niet de geschikte
plaats voor een urinoir, omdat er reeds zoo'n zelfde inrichting
vlak bij bestaat n.l., bij het Postkantoor. Spr. geeft derhalve
in overweging het urinoir te plaatsen op het Kasteelplein.
De heer KORTEWE1G vindt het beter om met de plaatsing
van het urinoir te wachten tot de oude huizen op den hoek
van de Reigerstraat en de Markt zullen zijn afgebroken.
De VOORZITTER antwoordt den heer Korteweg,
dat het nog lang zal duren eer die huizen zullen verdwijnen.
Voorts wijst spr. er op, dat Burgemeester en Wethouders
zich ingespannen hebben om een geschikte plaats voor het
urinoir te vinden en de zaak van alle kanten hebben be
keken, zoodat, wanneer dit voorstel mocht worden verworpen,
niet spoedig een ander te verwachten is.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen
met 13 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren Feber, Kluft, Haaiman,
van Dijk, Schrauwen, van Zweden, Lijdsman,
Moll, Me ij vis, Loomans, Martens, vanGroe-
nendael en Bossers.
Tegen waren mevrouw N e v e-R e i n t j es en de heeren
Korteweg, Cohen, Clement, Hornix, Cerutti
en Oostvogels.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij-
ziging van het Werkliedenreglement, met mededeeling dat
dit reglement op 1 Januari 1922 in werking zal treden.