656 19 DECEMBER 1921. den heer Haaiman aan en dankt dezen voor diens hulde betuiging. Spr. zou echter slechts een deel van die hulde willen aanvaarden en deze overigens willen overdragen op het College van Burgemeester en Wethouders, alsmede op de ambtenaren, die aan de totstandkoming van het Werk liedenreglement hebben medegewerkt. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, ter uit voering van artikel 1 van het Werkliedenreglement, luidende als volgt „Alvorens het werkliedenreglement op 1 Januari 1922 in werking kan treden, dienen door Uwe vergadering nog eenige besluiten genomen te worden, krachtens artikel 1 van het reglement. Het eerste lid van bedoeld artikel vordert namelijk een besluit van den Gemeenteraad, waarbij wordt bepaald, op welke takken van dienst het reglement van toepassing zal zijn. Ter voldoening aan dit voorschrift hebben wij de eer U in overweging te geven het werkliedenreglement op de volgende takken van gemeentedienst van toepassing te ver klaren 1. Lichtbedrijven en Waterleiding; 2. Openbare Werken 3. Reiniging 4. Beplantingen. Voorts moet, krachtens het tweede lid van artikel 1, door Uwen Raad eene lijst worden vastgesteld van de betrekkingen bij die takken van dienst, waarop het reglement van toe passing is verklaard, waarvan de titularissen geacht worden geen werklieden in den zin van dit reglement te zijn. In overleg met de heeren directeuren der bovengenoemde be drijven, stellen wij U voor, de volgende lijst hiervoor vast te stellen Lichtbedrijven en Waterleiding. Directeur, Onder-directeur, Ingenieur, Hoofdopzichter, Hoofd- gasmeester, Technisch-Ambtenaar ie, 2e en 3e klasse, Op-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 656