672
19 DECEMBER 1921.
De heer LIJDSMAN merkt nog op, dat men in de toe
komst ook verschil van zaal krijgt.
De verordening op de heffing van leges wordt
alsnu onveranderd goedgekeurd en vastgesteld, even
als de verordening op de invordering.
Verordening op de heffing van marktgelden.
Artikel 2.
De heer CERUTTI zou wel eens de definitie van een
kar willen weten. Spr. vindt, dat dit punt nader moet worden
aangevuld.
De VOORZITTER stelt voor, er aan toe te voegen of
een ander overeenkomstig voertuig.
De heer OOSTVOGELS vraagt of automobielen er dan
ook onder vallen. Voorts zou spr. het marktgeld voor een
korf van 10 op 20 cent willen brengen.
De VOORZITTER verklaart, dat: voor een kar, zal
worden aangevuld met de woorden of soortgelijk
voertuig. Wat de opmerking van den heer O o s t v o-
g e 1 s betreft, zegt spr., dat in een verhooging van het
marktgeld voor een korf a 10 ct., niet kan worden getreden.
De heer LOOMANS wil alle marktgelden nog meer ver-
li oogen.
De VOORZITTER meent, dat wij niet zoo willekeurig
kunnen te werk gaan. De verhooging, die hier wordt voor
gesteld, is reeds zeer belangrijk. Wij moeten niet opeens
onze eischen zoo scherp gaan stellen het marktwezen zou
er door belemmerd worden.
De heer KLUFT heeft ook over de marktgelden nagedacht.
Spr. komt het niet juist vopr, dat hetzelfde marktgeld moet
