li 29 DECEMBER 1921. 693 i stem op den heer Clement als lid-werkgever en 1 stem op den heer Martens als plaatsvervangend lid-werknemer. Zoodat benoemd zijn tot lid-werkgever de heer P. M. K u s e 1 b o s, tot plaatsvervangend lid-werk gever de heer P. A. Maas, tot lid-werknemer de heer J. M. M e ij v i s en tot plaatsvervangend lid werknemer de heer M. L. A. van T e t e r i n g. 7. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij handhavende hun voorstel tot opheffing der betrekking van directeur van het Stedelijk Muziekkorps met ingang van 1 Januari a.s. en tot het verleenen van eervol ontslag als zoo danig met ingang van dien datum aan den heer L. P. Kriens, luidende als volgt ,,In Uwe vergadering van 19 dezer werd na eenige bespre king aangehouden ons voorstel om a. met ingang van 1 Januari 1922 op te heffen de be trekking van directeur van het Stedelijk Muziekkorps b. met ingang van dien datum aan den heer L. P. Kriens als zoodanig eervol ontslag te verleenen met dankbetuiging voor de bewezen diensten. Bij de daarover gevoerde beraadslagingen werden twee voorstellen ter tafel gebracht en wel i°. van den heer H o r n i x, om den heer Kriens nog tot 1 Juli 1922 in het genot te laten van zijn tegen" woordig salaris en 2°. van den heer C e r u 11 i, om den heer Kriens een pensioen te waarborgen volgens de gunstigste bepa lingen der a.s. nieuwe pensioenwet. Het denkbeeld van den heer Ho rn ix komt feitelijk hierop neer, dat niet met 1 Januari a.s., zooals ons voorstel luidt, doch eerst met 1 Juli d.a.v. de betrekking van directeur van het muziekkorps wordt opgeheven. Toen het vorig jaar tot opheffing van het Stedelijk Mu ziekkorps werd besloten, meende men, met het oog op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 693