29 DECEMRER 1921. 695 het dienstverband van den heer Kriens nog tot 1 Juli a.s. te verlengen. De VOORZITTERHet zij genoeg op te merken, dat de heer Kriens in 1921 in zijn functie gehandhaafd bleef, omdat men toen nog stond voor de liquidatie van het korps. Men deed dat als maatregel ten gunste van iemand, die jarenlang de gemeente gediend heeft. Nu is er echter van een afwikkeling van zaken geen sprake meer en kan men den heer Kriens niet langer continueeren. Spr. herhaalt, hetgeen hij reeds den vorigen keer heeft gezegd het zou zuiver cadeautjes geven worden en bovendien tot allerlei ongewenschte consequenties leiden. De geheele strijd, welken de heer H o r n i x tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders voert, komt eigenlijk hierop neer, dat, wanneer de heer Kriens gepensionneerd wordt onder de huidige pensioenwetgeving, deze een pensioen zal genieten van f 1310, terwijl dat pensioen f 1334 zou bedragen, indien het inkomen van het laatste dienstjaar als pensioengrondslag gold. Doch al was het verschil grooter geweest, dan had het advies van Burgemeester en Wethouders toch niet anders mogen luiden. Men moet wel in het oog houden, dat het hier slechts een bij-functie betreft en dan gaat het nog minder aan, iemand daarin langer te willen handhaven wanneer de reden van bestaan voor die betrekking vervallen is. Burgemeester en Wethouders blijven derhalve bij hun advies en zijn ervan overtuigd, dat de heer Kriens in zijn hart tevreden zal zijn met de van de zijde van het gemeentebestuur onder vonden behandeling. De heer FEBER wenscht aan het gesprokene door den Voorzitter nog dit toe te voegen, dat de heer Kriens in een persoonlijk onderhoud met spr. heeft verklaard zeer ingenomen te zijn met de wijze, waarop hij gedurende de laatste jaren door den Raad is behandeld. De heer HORNIXMits hem een pensioen volgens de nieuwe regeling wordt toegekend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 695