29 DECEMBER 192 r. 697 grondslag, d.i. dus f 1400, zou genietende opgaaf van den Voorzitter komt spr. derhalve niet juist voor. De heer OOSTVOGELS wijst er op, dat het hier geldt een oude van dagen, wiens levensavond dreigt versomberd te worden. Wat is namelijk het geval Den heer K r i e n s treft het noodlot, dat hij reeds op 63-jarigen leeftijd den gemeente-dienst moet verlaten. Dit geschiedt echter geheel buiten diens schuld en daarom acht spr. den Raad billijk heidshalve verplicht den heer K r i e n s in deze tegemoet te komen. Hij zal dan ook een voorstel in die richting gaarne steunen. De VOORZITTER merkt op, dat er een regeling bestaat, welke moet worden toegepast en waarvan men niet ten be hoeve van een enkel persoon mag afwijken. De heer CERUTTI zegt, dat hij een middel had willen vinden om het verschil tusschen de beide pensioenbedragen ten voordeele van den heer K r i e n s te niet te doen. Het argument van den Voorzitter, dat zulks een gevaarlijk precedent zou scheppen, acht spr. echter zóó sterk, dat hij daarvoor zwicht. Hij neemt zijn voorstel derhalve terug en zal vóór het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen. De VOORZITTERWij zouden daarmee ook in strijd gekomen zijn met de wet. De heer HORNIX Dat is dan verleden jaar al gebeurd! De heer FEBER Neen, mijnheer H o r n i x, dat is niet waar. Daarop wordt in stemming gebracht het voorstel- Hornix (om den heer Kriens nog tot 1 Juli 1922 in het genot te laten van zijn tegenwoordig salaris), hetwelk wordt aangenomen met 12 tegen 6 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 697