698 29 DECEMBER 1921. Vóór stemden mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Me ij vis, Korteweg, Oostvogels, Martens, Loo- mans, Kluft, van Dijk, van Zweden, Ho rnix, Haaiman en Clement. Tegen waren de heeren Bogmans, Cerutti, Moll, Feber, Schrauwen en Van Groenendael. De heer Cohen was bij deze stemming niet tegenwoordig. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ophef fing van de ie openbare school aan de Houtmarkt, tot het oprichten eener nieuwe U. L. O.school en twee scholen voor gewoon lager onderwijs, tot het overplaatsen van verschillende onderwijzers(-essen) en tot het benoemen van twee reserve leerkrachten luidende als volgt ,,De nieuwe wet op het lager onderwijs heeft ten aanzien van het openbaar lager onderwijs in deze gemeente een geheel anderen toestand in het leven geroepen. Deze wet kent slechts drie soorten van scholen, n.l. voor gewoon lager onderwijs, voor uitgebreid lager onderwijs en voor buitengewoon lager onderwijs. De zoogenaamde standen scholen zijn door deze wet komen te vervallen. Bovendien bepaalt de wet, dat, indien aan eenige openbare school in de gemeente boventallige leerkrachten zijn ver bonden, die uitsluitend door de gemeente moeten worden bekostigd, de besturen van gelijksoortige bijzondere scholen in de gemeente, die in hetzelfde geval verkeeren, aanspraak hebben op eene evenredige vergoeding uit de gemeentekas over hetzelfde tijdvak hetwelk die boventallige leerkrachten aan de openbare scholen verbonden waren, en tot twee jaren daarna. Een en ander heeft ertoe geleid, dat door ons maatregelen zijn getroffen om het onderwijzend personeel aan alle open bare scholen in deze gemeente tot het wettelijk voorgeschre ven aantal terug te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 698