29 DECEMBER 1921.
701
S. de Lauwere, W. A. C. B a 11 u s en A. A.
B e 11 a a r t.
De tijdelijke hoofden van beide scholen zullen,
overeenkomstig art. 41 der lager-onderwijswet, door
ons college in overleg met den inspecteur, uit het
personeel dier scholen worden aangewezen.
c. den heer M. A. C. K i e v i t s, thans onderwijzer aan
de openbare school aan de Kloosterlaan, en mej. M.
J. I. J a n s e n, thans onderwijzeres aan de openbare
school aan de Middellaan, over te plaatsen naar de
openbare school aan de Boschstraat.
d. mej. H. A. W. C. Hen drie kx, thans onderwijzeres
aan de openbare school aan de Middellaan, als zoo
danig over te plaatsen naar de openbare school aan
de Ginnekenstraat.
e. te benoemen tot reserve-onderwijzers overeenkomstig
art. 36, iode lid, der lager-onderwijswet den heer J.
H. van Helden, thans onderwijzer aan de openbare
school aan de Middellaan en mej. E. J. C. v a n
D ij c k, thans onderwijzeres aan de openbare school
aan de Kloosterlaan.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat omtrent een en
ander door ons het advies is ingewonnen van de
commissie van toezicht op het lager onderwijs en dat,
naar hetgeen wij van die zijde bereids mochten ver
nemen, in afwachting van het officieel rapport, mag
worden aangenomen, dat de commissie met onze
voorstellen accoord gaat."
De VOORZITTER deelt mede, dat dit voorstel de vrucht
is van veel overleg met hoofden van scholen en de onder-
wijs-inspectie. Een plan tot reorganisatie van het openbaar
onderwijs kon thans nog niet worden voorgelegd, het komt
het College beter voor, dit in het volgend voorjaar te regelen,
opdat het 1 September a.s. in werking trede. Spr. zet ver
volgens uiteen, hoe de werking van de nieuwe L.O.-Wet is