29 DECEMBER 1921.
plaatsen in ons eigen land op den duur deze door de om
standigheden geboden samenwerking zou veranderen in eene
algeheele politieke samenwerking tusschen de R. K. demo
craten, de sociaal-democraten en wellicht nog enkele andere
groepen en verklaarde hij, dat, alhoewel overtuigd dat het
juiste tijdstip daarvoor nog niet was gekomen, eenmaal en
ook in Breda die samenwerking tot stand zou moeten komen.
Wat de groep Schaepman betreft, herinnerde hij aan zijne
voorspelling het vorig jaar gedaan, dat deze, vóór 1923, wel
in de Reigerstraat zou zijn teruggekeerd en hij meende te
mogen constateeren, dat zijne voorspelling blijkbaar bezig
was in vervulling te gaan, wanneer hij nota nam van dat
gene, wat over deze zaak in den laatsten tijd geschreven en
gesproken was. Immers in een artikel in het Dagblad van
Noordbrabant van 28 September j.l. werd niet onduidelijk
gezinspeeld op eene verzoening en ook de woorden van Mr.
Verschuur, voorzitter der nieuwe R. K. Kiesvereeniging
en van Pater V r ij m o e d in eene vergadering der boven
bedoelde kiesvereeniging hierover gesproken, lieten z.i. niet
de minste twijfel. Hij verklaarde zich te zullen verheugen,
indien die vereeniging inderdaad ,tot stand zou komen en
was overtuigd dat zulks veel zou bijdragen tot het verkrijgen
eener zuivere politieke situatie, welke door den tegenwoor-
digen toestand danig vertroebeld was.
Wat de liberalen betreft meende hij, dat weinig goeds van
hen te zeggen viel. Een hunner, de wethouder van Financiën
de heer F e b e r, had hem ongetwijfeld, gelegenheid gegeven
tot een nadere bespreking, terwijl wat den ander betreft
men daar niet getoond had zeer veel gevoel voor de be
langen der gemeente te hebben, om reden men reeds onge
veer een jaar de zetel des heeren Z ij 1 m a n s onbezet had
gehouden. De heer Z ij 1 m a n s, dien spreker overigens
gaarne respecteerde en met wien hij dikwerf vooral in com-
missiën zeer prettig had samengewerkt, besloot eerst, na 9
maanden niet aanwezig te zijn geweest, zijn mandaat neer