716 29 DECEMBER 1921. iemand van alle zaken, die hij zou moeten nagaan, op de hoogte zou zijn en stelde hij zich van het benoemen van een zoodanigen functionnaris niet veel resultaat voor. Wederom een ander lid besprak thans de verhouding tusschen de officieele Katholieken en de Schaepmannianen, alsmede de zoogenaamde terugkeer der laatstgenoemden naar de Reigerstraat. Hij verzekerde, dat, indien zulks zou geschie den, hem dit zeer aangenaam zou zijn. Hij betreurde het, dat zijn eigen geloofsgenooten georganiseerd in eene andere kiesvereeniging voortdurend vierkant stonden tegenover de officieele R. K. Partij en hij hoopte, dat weldra eene verande ring ten goede zou plaats vinden. Hij achtte dit in het be lang van Breda, in het belang van de R. K. zaak en in het belang van de politiek, welke meening door meerdere leden werd beaamd. Hetzelfde lid vroeg of het niet mogelijk zou zijn te komen tot het instellen eener veemarkt en een markt voor pluimvee, konijnen enz. Hij vroeg naar de in te stellen marktcommissie en meende, dat geconstateerd mocht worden, dat het markt wezen goed vooruit ging en dit zeker niet, zooals enkelen meenen, als een schadepost voor de gemeente kon worden gequalificeerd. Alsnu zei een der reeds aan het woord geweest zijnde leden, den voorgaanden spreker beantwoordende, dat zijne kiesver eeniging ,,dr. Schaepman" was eene R. K. kiesvereeniging, welke zich uitsluitend bemoeide met den Raad. Hare leden en hare candidaten moeten R. K. zijn. Hij behoefde niet in herinnering te brengen de reden, die er bestond tot de op richting van ,,dr. Schaepman". Zijne persoonlijke meening echter was, dat indien de bestaande geschillen, en die zijn niet onbelangrijk, tusschen zijne kiesvereeniging en de offi cieele R. K. Partij zouden zijn uit den weg geruimd, er geene beletselen meer zouden bestaan voor eene eventueele ver een iging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 716