;i8 29- DECEMBER 1921. Lof' werd gebracht aan het gemeentebestuur voor zijn prijsregelend optreden in de vleeschvoorziening. Verzocht werd hetzelfde te doen ten opzichte van de brandstoffen. Geklaagd werd, dat de reductie toegestaan aan groote af nemers van cokes van de gasfabriek te hoog was, aangezien volgens een der leden door handelaren daarvan misbruik werd gemaakt door te hooge prijzen van hunne clientèle te bedingen. Gevraagd werd of het niet in overweging zou kunnen worden genomen om evenals vroeger de cokes weer van gemeentewege aan huis te doen bezorgen. Enkele leden hadden tot dusver tevergeefs uitgezien naar een verslag van de duurtecommissie en meenden te moeten informeeren of deze commissie hare werkzaamheden nog verrichtte. Gaarne zouden deze leden zien, dat ook maatregelen werden getroffen om het betalen der belasting gemakkelijker te maken en waar noodig uitstel te verleenen. Voldoening werd uitgesproken over het oprichten van het badhuisje, dat in een zeer gevoelde behoefte voorzag. Gewezen werd op het feit, dat dit badhuisje echter niet voldoende was en het noodig zou zijn eenige andere te doen plaatsen op verschillende punten der stad. Ook werd in deze afdeeling aangedrongen op het aan stellen van een bezuinigingsinspecteur en eveneens werd in verband met de bezuiniging" gevraagd of het politiekorps niet kon worden ingekrompen. Tenslotte werd in deze afdeeling eveneens aangedrongen om de sloot aan de Kloosterlaan zoodanig te voorzien, dat de omwonenden besehermd werden tegen de ratten, welke in of bij die- sloot huizen op verbetering van den weg langs genoemde sloot werd met klem aangedrongen en werd Burgemeester en Wethouders verzocht, spoed te willen be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 718