29 DECEMBER 1921. 729 ook in het economische leven Zie eens naar de metaal bewerkersstaking, hoe solidair, hoe broederlijk de arbeiders van alle richtingen, met terzijdestelling van alles wat hen overigens scheidt, thans een onverbrekelijke phalanx vormen. Zeer terecht is door deze groepen van arbeiders ingezien, dat de zinspreuk op het Belgische wapen „L'Union fait la force" de eenig aangewezen weg is voor de arbeidersklasse en dat verdeeldheid onder de arbeiders de eenige uitkomst is voor het kapitalisme en voor de grootwerkgevers, die zich heusch niet op dezelfde wijze laten verdeelen als, helaas, de arbeiders zich nog zoo dikwijls laten welgevallen. Ook de katholieke arbeiders hebben een en ander zeer goed begrepen en ik heb het onmiddellijk kunnen begrijpen, dat, op den morgen dat de staking zou ingaan, de heer Moll als voorzitter der R. K. Werkliedenvereeniging, naar het terrein van den strijd snelde om te zien of alles wel naar wensch zou gaan. Daar was de ware arbeidersgeest over hem vaardig en dat hem dit door sommigen kwalijk wordt genomen, och Mijnheer de Voorzitter, dat bewijst zooveel te meer, dat wordt ingezien en gevreesd, de groote macht der arbeiders, wanneer zij eensgezind optrekken. Ook hier, in dezen Raad zal het geboden zijn, dat de arbeiders, de vooruitstrevenden van alle richtingen, schouder aan schouder staan om het bestuur der gemeente in waarachtig democratische banen te leiden. En zou ik nu de Schaepmanniaantjes geheel vergeten Neen, Mijnheer de Voorzitter, dat zou ik niet over mijn hart kunnen verkrijgen. De heer Cerutti heeft het vorig jaar gezegd, dat hij mij nog eens, met den heer v. d. B i e s e n gearmd, den Katholieken Kring in zag wandelen. Ja, Mijnheer de Voorzitter, dat zal ook inderdaad ge beuren. De heer v. d. Biesen zal te gelegenertijd als confrère statenlid mij wel eens uitnoodigen om mee te gaan, naar den Katholieken Kring, maar dan om eens te zien, hoe goed de Schaepmannianen zich daar weer op hun gemak gevoelen. Daarbij blijkt uit het Centraal Rapport, dat mijne voorspel-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 729