73° 29 DECEMBER 1921. ling, het vorig jaar gedaan, metterdaad bezig is in vervulling te gaan. Is niet van Schaepman-zijde aangevoerd, dat, indien de bestaande geschillen al mogen die dan niet gering zijn uit den weg zouden zijn geruimd, eene vereeniging niets meer in den weg zou staan Welnu, Mijnheer de Voor zitter, vóór 1923 zullen wij de bruiloft zij het dan op huwelijksvoorwaarden wel vieren. Ik zie, terwijl het caril lon van den Grooten Toren het bruidskoor uit „Lohengrin" speelt, de heer C e r u 11 i gearmd met den heer L ij d s- m a n reeds de trappen van het stadhuis opgaan waarbij eenerzijds de heeren Hornix en Van D ij k en anderzijds de heeren Kluft en Van Groenendael zullen fun- geeren als getuigen, terwijl de heer Oostvogels bij die gelegenheid plechtig zal reciteeren „Waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen". Vervolgens mogen wij ons thans ook verheugen in het bezit van een officieele gefusionneerde Vrijheidsbondeling, den heer dr. Boss.e.rs, die reeds bij zijn „joyeuse entrée" in den Raad het afdoende bewijs heeft geleverd, dat de Vrijheidsbond, lang niet onschuldig, van conservatisme en reactie werd beticht. Zou ik in normale omstandigheden thans genaderd zijn tot het College van Burgemeester en Wethouders, ditmaal Mijnheer de Voorzitter, zal ik mij eerst moeten bezig houden met onzen Wethouder van financiën, den heer F eb er. Sprak ik van den Vrijheidsbond van „conservatief en reactio nair", dit praedicaat zou ik ook willen verleenen aan Wet houder F e b e r en dat nog wel „summa cum laude." De heer Kluft, ik memoreerde zulks reeds, heeft in eene vorige vergadering aangesneden den koek van de Maatschappij van Nijverheid en gewezen op het feit, dat de heer F e b e r, zelfs uitgenoodigd om aan de bestuurstafel plaats te nemen nou zoo iets moet je niet uitvlakken zich bij die ge legenheid heeft laten vieren als den grooten bezuiniger. Och waarde heer Kluft, ge zult toch al'reeds begrepen hebben,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 730