29 DECEMBER 1921. 735 Ik heb gemeend mij reeds bij het verschijnen der begroo ting te moeten beklagen over het feit, dat door het College nu eens niet op wat breedere schaal b.v. bij wijze van eene daarbij gevoegde min of meer uitvoerige nota de begrooting was toegelicht. Niets van dat allesoveral de gewone dreun „Lijkt ons voldoende", „opbrengst van het vorig jaar" enz. enz. en nu dit weinig zeggende antwoord. Spoed en breedvoerigheid zijn twee zaken, waaraan het College zich niet gauw bezondigt. Mijnheer de Voorzitter, ik ben overtuigd, dat het College voortdurend en in het bijzonder in den laatsten tijd overladen is met werkzaamheden, maar dan toch is het een beetje te bar, dat alles op het allerlaatste oogenblik komt. De vorige week o.m. de schoolgeldregeling, waardoor bijna de geheele Bredasche schoolwereld iri beroering werd gebracht, terwijl bovendien over eene dergelijk belangrijke zaak niet het advies is gevraagd van den hoofdambtenaar, die eene zoodanige regeling geheel moet uitvoeren, n.l. den gemeente-ontvanger. Daarvoor zal het toch wel niet aan tijd hebben ontbroken. En nu weer deze behandeling der begroo ting. Mijnheer de Voorzitter, ik ben overtuigd, dat wij niet het voorbeeld van Amsterdam moeten volgen en 4 weken lang tweemaal per dag vergaderen maar in het andere uiterste van in een vloek en een zucht vervallen, is ook niet juist. In s Hertogenbosch zijn dit jaar 6 vergaderingen aan de begrooting gewijd en het zou heusch niets erg zijn geweest, indien wij in dezen tijd ook eens 4 a 5 vergaderingen aan deze aangelegenheid zouden hebben besteed om alles eens op ons gemak onder de oogen te kunnen zien en te bespreken. Reeds voor enkele maanden was door mij aan gedrongen nu eens ditmaal de begrooting vroeger te behan delen en ik kan niet anders zeggen, dan dat door het Col lege met den meest lofwaardigen ijver daar naar is gestreefd en dat het in bijzondere mate daarin is geslaagd. Immers, werd het vorig jaar de begrooting pas behandeld in de ver gadering van 39 December, dit jaar Mijnheer de V o o r-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 735