736 29 DECEMBER 1921. z i 11 e r, hebben wij dat genoegen reeds op 29 December. Wat betreft het niet betrekken van den Raad in de an nexatie-nota, blijf ik van meening, dat het College van Bur gemeester en Wethouders zulks ten onrechte heeft gedaan, dat ook thans nog het geheele College achter die nota staat, daarvan, nam ik nauwkeurig akte. Wat nu de annexatie kwestie zelve betreft, Mijnheer de Voorzitter, zooals uit het Centraal Rapport blijkt, heb ik mij neergelegd bij de meening van de leden van andere richting, dat zij den tijd nog niet gekomen achten, om, van ons in te nemen stand punt, reeds nu te doen blijken. Wel, Mijnheer de Voor zitter, stel ik er prijs op eraan te herinneren, dat als Nr. 1 op ons gemeenteprogram 1919 U allen bekend uit de motie-G r u ij s stond „Streven naar ruime uitbreiding der gemeente" en dat het standpunt door ons ingenomen, het standpunt is van de S. D. A. P. in alle, in de nota van Burgemeester en Wethouders betrokken, gemeenten. Zal ik de annexatie-kwestie zelve dus niet behandelen, een enkel woord zal ik moeten wijden aan de nota's der omlig gende gemeenten, gepubliceerd naar aanleiding van de nota van Burgemeester en Wethouders. Heb ik in eene vorige vergadering reeds een beetje gesold met de 300 gewapende burgerwachters van Princenhage en heb ik in eene andere vergadering een woord van krachtig protest laten hooren tegen de uitlatingen des heeren Van D ij k, thans Mijnheer de Voorzitter, wensch ik met klem op te komen tegen het feit, dat door alle 3 gemeentebesturen gewezen wordt op het groote zedelijke nadeel, dat er voor hunne gemeente naren aan verbonden zou zijn, wanneer deze heelt' Bredanaars want halve zijn het reeds zouden worden. Mijnheer de Voorzitter, zij schilderen Breda af als een tweede Sodom en Gomorrha. Toen ik dat las, Mijnheer de Voorzitter, zon ik op middelen om, evenals destijds Lot, dien poel van zonde te ontvluchten. Mijn vrouw beloofde mij reeds in dat geval niet te zullen omkijken. Meer, Mijnheer de Voorzitter, zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 736