29 DECEMBER 1921. 739 „De Raad der gemeente Breda, van oordeel, dat het thans gevvenscht is om over te gaan tot het instellen eener com missie van bijstand voor de financiën, noodigt Burgemeester en Wethouders uit, een daartoe strekkend voorstel bij den Raad in te dienen en gaat over tot de orde van den dag Vervolgens, Mijnheer de Voorzitter, kom ik tot de kurk waarop de gemeente-financiën drijven, n.l. de plaatse lijke belasting naar het inkomen. Gaarne heb ik mijn instemming betuigd met het oplossen van het belastingvraagstuk op de wijze, als dit het vorig jaar door het College werd voorgesteld. Zou 100 opcenten op de Rijksinkomstenbelasting de beste oplossing zijn geweest, nu het vaststond, dat zulks niet het geval was en dat daar naast nog een plaatselijke belasting noodig zou zijn geweest, die dan niet progressief had mogen zijn, was de thans ge nomen beslissing inderdaad de beste, hetgeen echter niet wegneemt, dat ik nog 2 ernstige bedenkingen heb tegen de thans vigeerende verordening, n.l. de aftrek voor ongehuw- den ad f 500,is te laag en het systeem der progressie lijkt mij nog altoos „vrijwel systeemloos". Daar het moeilijk zou zijn den geheelen Raad, de door mij gewenschte ver anderingen zoo direct slechts mondeling toegelicht te doen begrijpen, zal ik thans, wat de technische zijde betreft hier niet verder op ingaan, doch stel ik mij voor, den Raad, weldra, breedvoerig uitgewerkte en toegelichte voorstellen schriftelijk te doen toekomen, waarvoor ik echter nu reeds de welwillende en bijzondere aandacht vraag. Maar nu iets over de practische zijde. In het Centraal Rapport, we lezen het op blz. 15, wordt gevraagd of het bedrag aan inkomsten belasting benoodigd in 1921 niet belangrijk zal worden over schreden, doordien de multiplicator is gesteld op 1.4, hetgeen naderhand gebleken zou zijn niet noodig te zijn geweest. Nu luidt het antwoord van Burgemeester en Wethouders, dat zulks thans nog niet kan worden gezegd, omdat het College nog niet over voldoende gegevens beschikt. Mijnheer de Voorzitter, dan is het College al heel slecht ingelicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 739