29 DECEMBER 1921.
ondergaan Naast vele huizen zouden we ook de beschikking
krijgen over goede sportterreinen midden in de stad, iets
waaraan vooral voor de volks-sportvereenigingen groote be
hoefte bestaat en zou gezien de bestaande groote belang
stelling, die er is voor de sport, de gemeentekas door
de belasting op de openbare vermakelijkheden er ook
niet wel bijvaren Speelterreinen en sportterreinen zullen
er zeker zo'o spoedig mogelijk moeten komen. Daarvoor in
voldoende mate te zorgen, behoort ook tot de sociale taak
der gemeente. Als ik over speelterreinen spreek, dan Mijn
heer de Voorzitter, kom ik van zelf tot de gemeente
lijke scholen voor voorbereidend lager onderwijs.
In Maart 1920 diende ik een motie in, die een onderzoek
vraagt in hoeverre behoefte aan dergelijk onderwijs bestaat.
U, Mijnheer de Voorzitter, zegt zoo'n onderzoek toe.
Ik meen dan ook terecht mij in het Centraal Rapport daar
over te moeten beklagen en wat antwoorden Burgemeester
en Wethouders „Bij de vele aanhangige werkzaamheden is
de behandeling dezer zaak achterwege gebleven ook omdat
overigens van geen aandrang van belanghebbenden blijk
gegeven is en het particulier initiatief ten dezen opzichte
voldoende werkt." Mijnheer de Voorzitter, hier woidt
de boel weer omgedraaid. Nu verwacht U, dat zij, die der
gelijk onderwijs wenschen, vanzelf daarvan bij U zullen
komen kennis geven dat is de bedoeling niet. Van Uw
College moet de poging uitgaan om tot eene dergelijke we
tenschap te komen. Ik voor mij, Mijnheer de V o o r z i 11 e r,
ben ten volle overtuigd, dat er inderdaad groote behoefte
bestaat aan dergelijk onderwijs. Er zijn hier in Breda alleen
bijzondere bewaarscholen en zou U nu meenen gezien
het aantal leerlingen op de openbare lagere scholen dat
er niet talrijke ouders zijn die openbaar onderwijs óók op
dit gebied voor hunne kinderen verlangen? Ieder voorstander
van het bijzonder onderwijs zal zeer zeker het verlangen
van die ouders respecteeren evengoed als wij voorstan
ders van het openbaar onderwijs de rechten metterdaad