754 29 DECEMBER 1921. blaam wijl het dien ambtenaar niet aangespoord heeft, on verwijld zijn advies te geven. Hier kan ik niet langer wach ten, want dan zou mijn voorstel niet meer het minste effect kunnen hebben en verzoek ik U daarom, straks bij de be handeling der begrooting van de gasfabriek, mijn voorstel gedaan in de vergadering van 9 December j.l. aan de orde te willen stellen. Thans, Mijnheer de Voorzitter, kom ik tot een kwestie van geheel anderen aard. Vooreerst herinner ik er aan, 'dat volgens raadsbesluit alle loonen en salarissen vóór 1 Januari 1922 zouden moeten zijn herzien. Tevergeefs is door mij naar desbetreffende voorstellen uitgezien en meen ik dus te mogen concludeeren, dat deze nu spoedig zullen worden in gediend. Waarop ik echter thans de aandacht zou willen vestigen is mijne motie in zake den toeslag vanaf het derde kind. Destijds heb ik mij beroepende op tal van Katho lieke autoriteiten waaronder onder meer Professor A e 11- g e n e n t aangetoond, dat kindertoeslag zeker niet vroeger mag aanvangen dan bij het derde kind. Ons medelid de heer A. Schrauwen was het daarmede natuurlijk eens. Burgemeester en Wethouders zullen toch zeker met deze meening, die voorzeker eene meerderheid hier in den Raad vindt, rekening willen houden. Met bijzonder genoegen, Mijnheer de Voorzitter, heb ik in de vorige vergadering, bij het in werking treden van het werkliedenreglement, U hulde gebrachthulde, die zeer zeker ook toekomt aan Uwe medeleden in het College. Ik heb daarbij gezegd, dat wij een zeer goed werkliedenregle ment hebben gekregen, al moge dan niet aan alle verlangens zijn voldaan. Maar toch, Mijnheer de Voorzitter, de tijd gaat tegenwoordig zoo bijzonder snel U weet wel de beroemde polsslag dat het nu al weer zaak is nieuwe dingen onder de oogen te zien en zoo denk ik hierbij o.m. aan de medezeggingsschap der arbeiders in de bedrijven ook van de arbeiders in overheidsdienst. Mijnheer de V o o r- z i 11 e r, ik zie al verbazing bij den heer F e b e r, verwon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 754