757
29 DECEMBER 1921.
De heer HORNIX zegt niet zoo uitvoerig te zullen zijn
als de heer Haaiman. Ook hij spreekt er zijn teleur
stelling over uit, dat de begrooting ditmaal weder op een
van de laatste dagen van het jaar wordt behandeld en be
treurt het, dat de daarbij behoorende stukken zoo laat ter
kennisneming van de raadsleden zijn gebracht. Het personeel
ten stadhuize heeft om tijdig genoeg daarmede gereed
te komen zelfs op den icn Kerstdag moeten werken.
Spr. protesteert daartegen dat komt niet te pas.
Voorts constateert spr., dat, waar het rapport-F e b e r
spreekt van bezuiniging op de secretarie en inkrimping van
de politie, door Burgemeester en Wethouders geen voor
stellen in dien geest worden gedaan
Vervolgens zou spr. meer gelijkvormigheid wenschen in
het uitschrijven der raadsvergaderingen, b.v. om de 14 dagen.
Deze vergaderingen hebben thans op willekeurige tijdstippen
plaatsde agenda is meestal overladen en wordt gewoonlijk
op een achtermiddag veel te spoedig afgehandeld. Spr. is
er van overtuigd, dat het contact tusschen het College van
Burgemeester en Wethouders en den Raad door meerdere
raadsvergaderingen inniger zal worden. Thans laat dit contact
te wenschen over en zulks weerspiegelt zich in de raadsver
gaderingen, doordat de wenschen der raadsleden bij Burge
meester en Wethouders niet voldoende welwillend gehoor
vinden en de doorvoering ervan vaak op een handige manier
tegenstand ontmoet.
De VOORZITTER Waar slaat dat op Wilt U dit nader
aangeven
De heer HORNIX belooft zulks nader te zullen doen.
Voorts acht spr. de kosten voor de politie meer dan 2 ton
veel te hoog. Het bevreemdt hem, dat de Burgemeester
tegenover de opmerkingen omtrent inkrimping van het korps
in het Centraal Rapport zegtdaar kan geen man af. Men
moet z. i niet te werk gaan naar 85 man, doch zich afvragen,
hoe is dezelfde dienst met 45 man te doen. Ook vindt spr. het