758
29 DECEMBER 1921.
verkeerd, dat a la minute kan worden nagegaan, waar een
agent zich bevindtlaat den agent meer vrijheid van hande
len, dat zal den dienst ten goede komen. Spr. spreekt de
hoop uit, dat eventueele vacatures niet meer zullen worden
aangevuld om zoodoende tot inkrimping van het korps te
geraken.
Vervolgens wijst spr. op het feit, dat in het afgeloopen
jaar tal van begrootingsposten schromelijk zijn overschreden.
Spr. vraagt zich af, waarvoor dan een begrooting dient, als
men toch geen rekening houdt met de toegestane bedragen,
Spr. wil daarom, dat in belangrijke gevallen, de Raad te
voren van een en ander in kennis wordt gesteld.
De aanval op het beleid van de Kamer van Koophandel
acht spr. ongemotiveerd. Dit instituut, dat onder hare leden
vele hoogstaande Katholieke werkgevers telt, is tot de con
clusie gekomen, dat de 45-urige werkweek fnuikend werkt
ten opzichte van handel en industrie. De Kamer heeft dit
gevoelen kenbaar gemaakt door middel van een adres aan
den Minister van Arbeid en deze spr. constateert het
met genoegen -heeft daaraan een welwillend oor geleend.
Voorts heeft de heer Haaiman op zeer krasse wijze
het rapport van het Departement Breda van de Maatschappij
voor Handel en Nijverheid aangevallen. Spr. wenscht daar
tegenover een woord van hulde te brengen aan de samen
stellers van dit rapport voor de degelijke wijze, waarop zij
in zoo korten tijd deze veelomvattende stof hebben verwerkt.
Wat betreft het gesprokene door den heer Haaiman
omtrent het te verwachten overschot van de plaatselijke
inkomstenbelasting, kan spr. zich aansluiten bij diens opvat
ting, dat dit surplus ten goede moet komen aan de men-
schen, die de belasting hebben betaald. Hij zou het echter
niet op den dienst 1922 willen vinden, doch geeft Burge
meester en Wethouders in overweging een systeem uit te
denken, waarbij dit te veel betaalde aan de personen zelf
wordt gerestitueerd.