29 DECEMBER 1921. 767 zamen ijverden voor de belangen der arbeiders. Spr. kan er dan ook niet anders van zeggen, dan dat de heer Oost vogels iemand blijkt te 'zijn, die huilt met de wolven, waarmee hij in 't bosch is! Te meer, daar de heer Oost vogels op spr. steeds den indruk heeft gemaakt eerder over te hellen naar de S. D. A. P., dan naar de reactionaire partij van dr. B o s s e r s De heer KORTEWEG merkt naar aanleiding van het op blz. 2 van de Memorie van Antwoord vermelde omtrent het succes van het badhuisje op, dat hij indertijd aan Wethou der L ij d s m a n heeft medegedeeld, dat op voordeelige wijze, nl. voor enkele duizenden guldens, een badhuis van 25 baden was te verkrijgen. Van het verloop der zaak heeft spr. toen niets meer gehoordhij zou gaarne aan het einde der ver gadering daaromtrent inlichtingen ontvangen. Voorts zegt spr. met betrekking tot den gemeentelijken politie-cursus, dat daartegen wel degelijk gegrond bezwaar bestaat en dat die toestand niet bestendigd kan blijven. Door vele agenten wordt niet aan dien cursus deelgenomen, omdat de leeraar niet met tact optreedt. De VOORZITTER Ik zou gaarne nader door U toege licht zien, waarom die leeraar niet goed is. De heer KORTEWEG verklaart, dat hij daaromtrent klachten heeft gehoord van agenten en burgers. De VOORZITTER Om zoo iets te beweren, dient U op vasteren bodem te staan, dan af te gaan op praatjes. De heer KORTEWEG zegt, dat het toch een feit is, dat er oneenigheid in het politie-korps bestaat. Spr. zou willen trachten daarin verbetering te brengen en geeft derhalve in overweging een commissie in te stellen om de grieven van het politie-personeel te onderzoeken. Hij hoopt hierop straks antwoord te krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 767