774
3o DECEMBER 1921.
maar zij is niet altijd te voorkomen. Zijn voorstel om' geen
post te overschrijden, zonder voorkennis van den Raad, is
practisch niet uitvoerbaar, om de eenvoudige reden, dat
verschillende ambtenaren der gemeente voor hun bedrijf of
tak van dienst uitgaven doen, die kunnen tegenvallen niet
alleen, maar waarvan eerst blijkt, als het mandaat tot be
taling met de daarbij behoorende rekening bij het College
ter teekening binnenkomen. Intusschen kan ik den heer
Horn i x gerust stellen in zooverre, dat door Burgemeester
en Wethouders reeds maatregelen worden getroffen om
overschrijding der begrootingsposten tegen te gaan. Persoon
lijk overtuig ik mij, uit den maandstaat van ontvangsten
en uitgaven of ert in hoeverre begrootingsposten zijn over
schreden of dreigen overschreden te worden, voor zoover
dit althans uit dit maandoverzicht is op te maken.
De heer Kluft heeft zich de uitdrukking veroorloofd,
dat ik zou gesputterd hebben tegen hooge loonen. Ik laat
dit voor rekening van dezen spreker en mijn antwoord op
den aard van dit gezegde, evenals dat- op zijn klacht inzake
het niet verleenen van subsidie aan de R. K. Reclasseering
zal hij zoo dadelijk kunnen distilleeren uit mijne verdere
beschouwing ten aanzien der gemeente-financiën.
Mijnheer de Voorzitter, als ik thans eenige mededee-
lingen doe ten aanzien der gemeente-financiën, dan wensch
ik daaraan nog eens te doen voorafgaan eene omschrijving
van de positie van den Wethouder van financiën eener ge
meente, bestuurd door een Raad, die, laat mij zeggen,
gemakkelijk uitgeeft, ook al neem ik gaarne aan, dat die
Raad van oordeel is, dat de uitgaaf billijk is. En als zich
dan wel eens de stem van den Wethouder van financiën
doet hooren, als hij er voor waarschuwt, dat het evenwicht
tusschen ontvangsten en uitgaven dreigt verloren te gaan,
dan is zoo'n wethouder reactionair, conservatief of sociaal
achterlijk, of hij sputtert tegen hooge loonen. De Raad mag
toch niet vergeten, dat een Wethouder van financiën uit