25 FEBRUARI 1921. 77 leiding voor Burgemeester en Wethouders om hen niet te wil len helpen. De nood blijft voor die menschen dezelfde of zij met velen of weinigen zijn. Vooral omdat het getal klein is zal het der gemeente niet zoo zwaar vallen hier steun te verleenen. Wat de „uitgetrokken" sigarenmakers betreft, wijst spr. op den grooten achterstand dier menschen er zijn er 6 a 8, waarvan 4 gehuwd, vanaf 29 November j 1. zonder uit- keering. Hij zou daarom willen vragen, de voorgestelde steunregeling van terugwerkende kracht te verklaren vanaf 1 Januari 1.1. Voorts heeft spr. er bezwaar tegen, dat de steunregeling slechts tot uiterlijk 1 Mei a.s. zal gelden. Volgens hem moet de regeling voortduren zoolang de menschen werkeloos zijn en zoolang de Minister bijdraagt, moet ook de Gemeente zulks doen. In dit verband vestigt spr. de aandacht op de gemeenten Roosendaal, Oosterhout enz., welke hierin Breda tot voorbeeld kunnen strekken. Resumeerende, wenscht spr. dus de steunregeling voor de „uitgetrokken" sigarenmakers te laten voortduren zoolang zij werkeloos zijn en tevens daaraan terugwerkende kracht toe te kennen vanaf 1 Januari 1.1., terwijl hij tevens aandringt op het samenstellen van een steunregeling voor de „uitge- trokkenen" van andere bedrijven. De heer LOOMANS geeft de voorkeur aan werkverschaf fing van gemeentewege boven steunverleening. Men zou de werkeloozen wellicht kunnen gebruiken bij het vervoer van het zand benoodigd voor ophooging van de terreinen langs den Wilhelminasingel, hetwelk aan de nieuwe brug over het V ilhelminakanaal moet worden afgehaald. De heer KLUFT zegt te behooren tot degenen, die het jammer vinden, dat een arbeider die werken wil, wordt stop gezet. Spr. voelt iets voor het idee van werkverschaffing, zooals het ophoogen van terrein langs den Wilhelminasingel men heeft dat terrein toch noodig voor woningbouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 77