784
30 DECEMBER 1921.
welke ver afwijkt van die der Maatschappij van Nijverheid
en Handel te mogen hooren.
Wat verder betreft de eigen smederij door den heer
Kluft ter sprake gebracht, kan ik gevoeglijk verwijzen
naar pag. 12 van het antwoord van Burgemeester en Wet
houders op het Centraal Rapport, n.l. dat voor de reiniging
een eigen smederij eer nadeel dan voordeel zou afwerpen.
Of een dergelijke inrichting voor alle bedrijven in het leven
te roepen reden van bestaan zou hebben, zal nader moeten
worden onderzocht alvorens onze meening hierover te kun
nen zeggen.
Wat voorts aangaat het zaaien van klaver of gras in den
Belcrumpolder, zulks heeft meermalen een punt van be
spreking uitgemaakt in de Reinigings-commissie en zou
volgens oordeel van den Directeur de begrooting der ge
meente-reiniging belangrijk bezwaren. In dit verband mag
ik wijzen op de boonenteelt van gemeentewege in den
Belcrumpolder, hetgeen een niet onbelangrijk financieel
nadeel heeft opgeleverd. Afvoer van fsecaliën in de singel
grachten heeft niet plaats.
Thans, Mijnheer de Voorzitter, kom ik tot den heer
M e ij v i s. De heer M e ij v i s heeft gezegd, dat de steun
regelingen van den Minister niet zijn toegepast geworden en
voorts, dat werkloozen 6 weken op hun steun hebben moeten
wachten. Wat het eerste betreft, Mijnheer de Voorzitter,
dit zou ik gaarne door den heer M e ij v i s met eenige
feiten willen zien toegelicht. Wat echter het tweede betreft,
ben ik het met den heer M e ij v i s eens, maar zulks mag
niet het College van Burgemeester en Wethouders worden
aangewreven. De heer M e ij v i s bedoelt hier blijkbaar de
„uitgetrokken" sigarenmakers van 1921. Wanneer deze „uit-
getrokkenen" inderdaad door den heer M e ij v i s bedoeld
zijn, zal deze gaarne erkennen, dat het lange uitblijven eener
beslissing een gevolg is geweest van verschillende circulaires
van de Departementen van Binnenlandsche Zaken en Arbeid.
Toen echter de beslissing werd genomen, is aan deze „uit-