30 DECEMBER 1921. 789 breiden. Dit wat betreft het conservatisme, waarvan het Col lege gisteren door den heer Haaiman is beschuldigd Spr. zou er nog dit aan willen vasthaken. Heeft de heer Haal man met zijn beschuldiging soms bedoeld, dat wij niet steeds onmiddellijk antwoorden op alle vragen, welke door hem worden gesteld De heer Haaiman is sterk in het stellen van vragen. Hij moet echter niet denken, dat hij maar op een knopje behoeft te drukken om het College direct tot een antwoord in zijn geest bereid te vinden. Men kan niet altijd en dadelijk aan wenschen voldoende zaken moeten behoorlijk worden voorbereid. Zoo ook met de kwestie van de levering van cokes tegen verminderden prijs, zij is moeilijk en dit voorstel had eerder kunnen worden aange bracht. Waarom komt de heer Haaiman eerst in Decem ber met een voorstel, dat zoo principieel is Er zal evenwel thans spoedig op worden geantwoord. Dan hebben wij de kwestie van het openbaar bewaarschool-onderwijs. Het is niet de eerste maal, dat er dezerzijds op wordt gewezen, dat wij daaromtrent in afwachting verkeerden wat het wets ontwerp- de Visser, betreffende het voorbereidend onder wijs, ons zou brengen. Wij wenschen te dien aanzien eerst de kat uit den boom te kijken. De aandrang tot het geven van openbaar bewaarschool-onderwijs komt niet van groote categorieën uit de burgerij, doch alleen van de zijde van den heer Haaiman en de zijnen. Spr. kan niet direct toezeggen, dat een advies dienaangaande dezer dagen gereed zal zijn. De heer Haaiman mag trouwens ook wel eens bedenken, dat zijn fractie nog niet het vierde gedeelte van dezen Raad vertegenwoordigt. Het geringe kwart moge dit onderwijs verlangen, het algemeen nut is daarmede nog niet aangetoondBij al deze zaken moet het College voorts denken aan de consequenties, vooral op financieel gebied. En nu het verwijt van onwelwillendheid. Dit is van den heer Hornix niet zeer welwillend Spr. heeft reeds bij interruptie gevraagd Waar slaat dat op De heer Hornix heeft toen na eenig talmen twee voorbeelden genoemd, n.l.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 789