792
30 DECEMBER 1921.
Dan wil spr. nog een enkel woord zeggen over het rap
port van de commissie uit de afdeeling Breda der Maat
schappij voor Nijverheid en Handel tot onderzoek van de
Gemeente-begrooting. Erkend dient te worden, dat zij, die
deze zaak ter hand namen kundige menschen zijn. Zij heb
ben in de eerste plaats hun goeden wil getoond en het alge
meen belang beoogd, om die reden verdient het adres zeer
zeker aandacht. De heer Moll is te eenzijdig op dit adres
ingegaan Men kan niet zeggen het geheele rapport deugt
niet en is ondemocratisch omdat daarin als een bezuinigings
maatregel wordt aangegeven vermindering der arbeidsloonen.
Loondaling kan ten slotte in het voordeel der arbeiders zijn.
Wat echter spr. wel heeft gefrappeerd is, dat in het rapport
te gauw de staf wordt gebroken over posten, waarover de
samenstellers niet kunnen oordeelen en er dientengevolge
onjuistheden in staan o.a. betreffende de gasfabricage. Men
werpt daardoor smetten op dat bedrijf, welke onverdiend zijn
en dan ook niet in de wereld mogen blijven. Spr. doet
hierop voorlezing van de volgende passages uit een schrijven
van den Directeur der Lichtbedrijven naar aanleiding van dit
rapport
,,De indruk, dat het gasbedrijf op weg is noodlijdend te
„worden, is geheel onjuist en dit blijkt al direct uit het feit,
„dat bij een gasprijs, die tot den laagsten in ons land behoort
„en een geheel verouderde fabrieksinrichting toch nog een
„zuivere winst van f 100000,over 1921 gemaakt is.
„Dat de gasprijs betrekkelijk nog hoog is, vindt in hoofd
taak zijn oorzaak in ie. de zoo sterk verhoogde loonen
„2e. de vermindering van den arbeidstijd met 20 a 25 °/0,
„waardoor het personeel met 1/5 moest worden uitgebreid
„3e. den hoogen kolenprijs (in 1921 gemiddeld f 27.75
„per ton tegen f 10.78 in 1914, waarbij nog opgemerkt kan
„worden, dat daartegen de bijproducten teer en ammoniak
„nagenoeg niet meer opbrengen dan in 1914, terwijl de
„cokesprijs ten opzichte van den kolenprijs aanmerkelijk
„ongunstiger is dan in 1914) 4e. den veel hoogeren inkoops-