3o DECEMBER 1921. 793 „prijs van alle artikelen, die het gasbedrijf noodig heeft ,,5e. den minderen omzet zoowel tengevolge van de rantsoe- ,,neering in de oorlogsjaren, waardoor velen geleerd hebben „zuinigheid bij het gasverbruik te betrachten, alsook doordat „de meeste winkels en vele particulieren niettegenstaande „het duurdere licht en de vrij hooge aanlegkosten tot de „electrische verlichting overgingen, terwijl óók van niet ge dingen invloed is de toepassing van nieuwere gasbranders, „die aanmerkelijk zuiniger branden, dan de ouderwetsche „branders met staande kousen. „Waar in het verslag erop gewezen wordt, dat de bedra- „gen voor traktementen, loonen en kantoorbehoeften zoozeer „verhoogd zijn, niettegenstaande een teruggang van het gas- verbruik van 4.502.000 M3. in 1914 op 4.080.000 M3. in „1922, merk ik op, dat deze teruggang in volstrekt geen „verband staat met de uitgaven voor traktementen en kan toorbehoeften immers verminderen deze uitgaven niet zoo tang het aantal aangeslotenen niet vermindert. Sedert 1914 „is het aantal aangeslotenen zelfs met 2100 toegenomen. „De achteruitgang in het verbruik wordt veroorzaakt, door- „dat per geplaatsten meter minder verbruikt wordt, de admi nistratieve arbeid ondergaat daardoor natuurlijk geen ver andering. „De wensch om de exploitatiekosten te verminderen en „het personeel te beperken strookt niet met den aandrang „van de commissie om geen gelden voor moderniseering „van de fabriek uit te geven. „Afgezien van den vervallen en niet langer te dulden „toestand waarin verschillende deelen der fabriek verkeeren, is juist de gewenschte grootere economie en de personeels- .beperking te verkrijgen door ingrijpende veranderingen, „waarbij een 30 grooter gasrendement (dus groote „kolenbesparing) verkregen kan worden door een der nieuwste „systemen van gasbereiding toe te passen. De commissie „weet blijkbaar niet, dat er in 1914 36 stokers waren in de „stokerij, die 56 uren per week werkten, terwijl er thans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 793