I
eschoeid
den aan-
s daarbij
indien
er werk
leel, dat,
onden is,
gewerkt,
arbeider,
a contro-
igemeen-
niet op,
dere niet.
rs aan te
an bij de
t. Burge-
g tot het
'keloozen,
neent het
jeen door
t midden
Heen over
band met
is.
ers dan te
e taak en
:n. En nu
:n als de
.<eloosheid
25 FEBRUARI 1921. 79
in het algemeen. Ook hij geeft aan productieve werkver
schaffing de voorkeur boven uitkeering. Wanneer Burge
meester en Wethouders een en ander onder de oogen zouden
willen zien, zou hij zulks van harte toejuichen. Spr. hoopt
dan ook dat het College weldra met voorstellen in die rich
ting zal komen. Voorts sluit hij zich aan bij de meening van
zijn partijgenoot M e ij v i s in zake de terugwerkende kracht
der steunregeling. De arbeiders mogen niet de dupe worden
van de late beantwoording door het College van de vragen,
welke de heer Meij vis reeds in December j.l. heeft ingezonden.
De VOORZITTER wil naar aanleiding van de gemaakte
opmerkingen in de eerste plaats in het midden brengen, dat
de vragen van den heer M e ij v i s misschien eerder hadden
kunnen zijn beantwoord, doch dat de werkloosheid hier niet
in die mate verontrustend was, dat onmiddellijk moest worden
ingegrepen en er van urgentie sprake kon zijn. Van een
sociale noodstand is ten deze geen questie de heer AT e ij v i s
geeft dat zelf toe. Spr. erkent nochtans, dat het voor som
mige individuen op zich zelf een betreurenswaardigen toestand
kan zijn. Men mag toch wel bij betrekkelijk schaars voor
komenden gevallen eenigszins vertrouwen op den bijstand
van familieleden en vereenigingen tot leniging van den
eersten nood. De sigarenmakers zijn gesteund tot ultimo Juni
1.1., tot den laatsten tijd hebben ons geen klachten bereikt.
Ten aanzien van de metaalindustrie is spr. uit informaties
gebleken, dat daarin van werkloosheid zoo goed als geen
sprake was. Onder de kleer- en uniformmakers heerscht wel
werkloosheid, doch er wordt door hen wel thuis gewerkt
en spr. gelooft, dat verscheidenen op die wijze toch wel
aan den kost komen. Niettemin blijft het altijd een moeilijk
oplosbare vraag, in hoeverre de werkloosheid in nood doet
verkeeren.
Men moet in deze met steun van overheidswege steeds
uiterst voorzichtig zijn; vooral van sociaal standpunt beschouwd,
is het verkeerd en ongewenscht al te spoedig in te grijpen