8oo 30 DECEMBER 1921. guurlijk, van toepassing is het spreekwoord „En forgerant on devient forgeron". En thans de heer C e r u 11 i. Deze is tot de conclusie gekomen, dat ik van meening veranderd ben en dat ik het vorige jaar „Dr. Schaepman" als eene niet-Katholieke kies- vereeniging voorstelde, terwijl ik dit jaar „Dr. Schaepman" zoo bijzonder geschikt acht om samen te smelten met de officieele R. K. Kiesvereeniging. Mijnheer de Voorzitter, ik ben niets veranderd. Wat ik heb gezegd daar blijf ik bij, n.l. dat er maar één R. K. politieke partij kan zijn, hetgeen natuurlijk niet uitsluit, dat er meerdere politieke partijen kunnen zijn, gevormd door Roomsch-Katholieken. Het is toch van genoegzame bekendheid, dat een waarachtig Katho liek tot eerste plicht heeft: gehoorzaamheid aan het kerkelijk gezag. Dit gezag, Mijnheer de Voorzitter, heeft zijn veto uitgesproken ergo, een andere speciaal R. K. partij is onbestaanbaar. En de vraag of „Dr. Schaepman" geschikt is om deel uit te maken van de groote R. K. partij kan toch door niemand beter worden beantwoord dan door de laatste zelve en wat heb ik daarover nu gelezen In het Dagblad van Noord-Brabant van 28 September 1921 lees ik het volgende „Thans is het oogenblik gekomen om te geraken tot één „nieuwe, groote en krachtige Katholieke Kiesvereeniging, „waarin eendrachtig, met terzijdestelling van mogelijke be swaren uit het verleden, kan worden gearbeid door geheel „Katholiek Bredavoor behoud van een Christelijk Bewind „in den lande en in de provincie en evenzeer om den Raad „van Breda door een sprekende Katholieke meerderheid te „brengen buiten bereik van socialisme en ongeloof, welke „met meer kans op slagen, dan menig Katholiek denkt, „grijpen naar de macht in onze goede stad." Mijnheer de Voorzitter, wie beluistert daar niet het zoet gefluit van den vogelaar En de heer C e r u 11 i heeft nu toch wel volmondig erkend, dat, indien maar de verlangde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 800