30 DECEMBER 1921. 801 kruimeltjes erop worden gelegd, de Schaepman-vinkjes wel op het vinkenslag zullen komen. Wat ik gezegd heb, is geen door mij zelf opgebouwde hypothese, maar zuiver de conclusie trekken uit hetgeen er zooal is gebeurd en nog dagelijks gebeurt. Zelfs heeft een en ander den heer Cerutti tot de vraag geleid of ik soms den cursus der Paters Dominicanen voor niet-Katholieken heb gevolgd en of ik nu katholiek ga worden. De heer Cerutti heeft zich wellicht reeds verblijd in het vooruitzicht, dat hij als collega-raadslid op het doopfeest en bovenal op het doopmaal genoodigd zou worden. Mijnheer de Voorzitter, ik moet den heer Cerutti helaas die illusie ontnemen, want, als ik ooit van geloof ga veranderen, dan word ikJood. De heer Cerutti zegt dan verder, dat vroeger, toen de heer Gruij s alleen hier zat, er geen politiek debat plaats had en dat de heer G r u ij s een gentleman was. Is het laatste waar, het eerste is onjuist. Mijnheer de Voorzitter, de heer C e- r u 11 i gelieve dan maar eens na te lezen de behandeling der begrooting in December 1918. Wij, Mijnheer de Voorzitter, zijn maar gewone jon gens, daaraan zal het misschien wel liggen, dat er meer over politiek wordt gesproken. Politiek, die, sinds de Raad een zuiver politiek College is, wel degelijk daarin thuis behoort. Het verwijt van den heer Cerutti, dat ik ,,dr. Schaep- man" tot mikpunt heb gemaakt, vindt zeker zijn oorzaak in het feit, dat door mij dan zeker wel een roos geschoten is en geen bok. ,,Het zijn de slechtste vruchten niet, waaraan de wespen knagen", heeft de heer Cerutti vol pathos uitgeroepen. Mijnheer de Voorzitter, indien ik de hier bedoelde wesp zou zijn en de kiesvereeniging ,,dr. Schaep- man" de heerlijke vrucht, dan wensch ik er op te wijzen, dat deze vrucht dan veel overeenkomst vertoont met andere mooie vruchten, die, wanneer je ze openmaakt, blijken een leege dop te zijn. Zoo ook ,,dr. Schaepman"de heeren hebben wel een partij, maar geen beginselen en om den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 801