30 DECEMBER 1921.
811
een lagere akte. De houding van de R. K. fractie in deze
is volgens spr. een bewijs van meegaandheid.
De heer KLUFT wil geen onaangenaamheden stichten en
had liever gehad, dat de kwestie betreffende de kiesvereeni-
gingen buiten het debat was gelaten, doch spr. moet erkennen,
dat de voorstelling, welke de heer C e r u 11 i van dé zaak
geeft; niet geheel juist is. Deze heeft beweerd, dat met de
afschaffing van de voorvergaderingen een der grootste argu
menten zou zijn weggenomen tegen een fusie der beide
R.K. kiesvereenigingen. Spr. wijst er evenwel op, dat, wanneer
men deel uitmaakt van een raadsfractie, het toch begrijpelijk
is, dat men, alvorens een voorstel in den Raad komt, eerst
eens de fractie bijeenroept om daarover te beraadslagen.
Wanneer men zich echter tot niets wil binden, dan behoort
men in den Vrijheidsbond thuis 1 Spr. geeft den heer C e-
rutti in overweging daar eens ernstig over na te denken.
De heer HORNIX Dat zouden jullie wel willen
De heer KLUFT De menschen, mijnheer Ceruttidie U
naar den Raad hebben afgevaardigd, verwachten van U rijp
overleg omtrent alle voorstellen, welke hier in behandeling
komen en om dat te bevorderen zijn de vóórvergaderingen
nog zoo slecht niet. Spr. ziet dan ook absoluut geen kwaad
in het houden van vóórvergaderingen. Hij betreurt het, dat
in een klein stadje als Breda twee R.K. kiesvereenigingen
tegenover elkaar staan; zoo iets moest niet bestaan. Het zou
in het belang van een groot aantal R.K. kiezers zijn als beide
kiesvereenigingen samenwerkten. Wanneer die samenwerking
inderdaad nog eens mocht tot stand komen, zal spr. zich
daarover oprecht verheugen.
Ten slotte merkt spr. op, dat de Voorzitter vanmid
dag in een prettige stemming blijkt te zijn zulks is niet
altijd het geval en het komt weieens voor, dat de raadsleden
niet de gelegenheid krijgen zich uit te spreken. Spr. hoopt,
dat die aangename samenwerking van heden steeds de debat-
