30 DECEMBER 1921.
813
De VOORZITTER wijst er den heer B o g m a n s op, dat
deze afwijkt van den gang van zaken. Deze kwestie behoort
hier niet thuis. De begrooting van het trambedrijf biedt
daartoe beter de gelegenheid.
De heer BOGMANS wil toch doorgaan. Spr. heeft gezegd
het onderhoud van de dienstkleeding behoeft niet door de
gemeente te geschieden. Burgemeester en Wethouders heb
ben hem geantwoord, dat overwogen zou worden of die post
verminderd kon worden. Men heeft zich toen verlaten op
de mededeelingen van den Directeur en er is niets van ge
komen. Het personeel van de Spoorwegen en de Posterijen
voorziet echter ook zelf in het onderhoud van de dienstklee
ding waarom zou het dus hier niet kunnen Spr. wijst er
voorts op, dat men algemeen tevreden is over onze tram
conducteurs en van oordeel is, dat het nette, welvoeglijke
menschen zijn. Spr. roemt hun dienstijver en zegt, dat ook
de Directeur met lof over hen spreekt. Maar men moet die
menschen, door hun die armzalige loonsverhooging van f 2
per week te onthouden, niet ontevreden maken. Door op
eenige posten te bezuinigen is die verhooging wel te geven.
De bronnen, waaruit de meerdere uitgaven moeten worden
bestreden, zullen dan ook worden aangewezen. Spr. zal straks
bij de behandeling van de begrooting van het Trambedrijf
vragen om den post voor onderhoud van dienstkleeding af
te schaffen en daartegenover de loonen der conducteurs met
f 2 per week te verhoogen.
Den heer Oostvogels beantwoordend, wijst spr. op
het feit, dat deze in tijden van verkiezing altijd een anti-
Katholieke propaganda heeft gevoerd en noemt dientenge
volge diens bewering onjuist, dat spr. zijn zetel aan hem te
danken zou hebben. Als deze heer het presentiegeld wil
afschaffen, toont hij daarmede aan, dat hij spr. uit den
Raad wil hebben.
De heer CERUTTI zal nog even, hoewel ongaarne, de
politiek aanroeren. Spr. is in beginsel niet tegen vóórverga-