30 DECEMBER ,1921.
815
De heer CERUTTIMijn zegsman was een ernstig lid
Uwer fractie
De VOORZITTER zegt er zich niet van bewust te zijn
geen ernstige aandacht te hebben gewijd aan verschillende
opmerkingen. Uit de replieken is spr. gebleken, dat men
onder welwillendheid verstaat, dat men op zijn vragen en
wenschen onmiddellijk „ja" ten antwoord krijgt. Een derge
lijke welwillendheid kan men echter niet van het College
verwachten. De heer B o g m a n s ziet in het niet-uitschrijven
van avondvergaderingen ook al een bewijs van onwelwillend
heid. Het vergaderen is echter voor de meeste leden 's mid
dags gemakkelijker, daar zij vaak 's avonds bezet zijn of
anders uit den familie kring moeten worden weggehaald.
Waar spr. zich ten deze alleen ten behoeve van den heer
B o g m a n s naar hem richt voor vergaderingen van de
Tramcommissie, moest hij de laatste zijn om die opmerking
te maken. Wat de financieele zijde van de kwestie aangaat,
wijst spr. er op, dat het presentie-geld bedoeld is als scha
deloosstelling wegens loonderving of gemis van andere ver
diensten daarmede is dus reeds met de belangen der ar
beiders-afgevaardigden rekening gehouden. De heer Bog-
m a n s zal zich naar het meerendeel der leden, dat avond
vergaderingen minder goed convenieert, hebben te schikken.
Trouwens de behoefte aan avondvergaderingen is nog niet
gebleken en daarom kan hier geen sprake zijn van onwel
willendheid van de zijde van Burgemeester en Wethouders.
Evenzoo is het met het geval-B a ij i n g s gesteld. Wij
wenschten een goede oplossing van den onhoudbaren toe
stand bij Openbare Werken en zijn toen met hetzelfde voor
stel bij den Raad gekomen om nogmaals op die moeilijkheid
te wijzendit is niet onwelwillend, maar zakelijk. Het is
ons om zakelijke behandeling, niet om persoonlijke welwil
lendheden te doen.
De heer HORNIXEn daarmede werd die moeilijkheid
gecontinueerd