3o DECEMBER 1921. 819 arbeiderselement moet zijn vertegenwoordigd in het Burgerlijk Armbestuur, noodigt het College van Burgemeester en Wet houders uit aan den Raad te willen voorstellen dit college met een drietal leden uit te breiden en gaat over tot de orde van den dag". De VOORZITTER stelt voor, deze motie te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies, hetwelk op een nader te bepalen dag zal worden uitgebracht. Daartoe wordt besloten. De heer MEIJVIS dringt op een spoedig prae-advies aan. De heer OOSTVOGELS dringt aan op afschaffing van de collecte langs de woningen. De bus moet maar worden op geborgen in het Museum. De VOORZITTER zegt, dat het College zich met het Burgerlijk Armbestuur omtrent die kwestie zal verstaan. De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur wordt daarop zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Gasbedrijf. Algemeen werd instemming betuigd met de matige winst geraamd over het jaar 1921 en werd de verwachting uitge sproken, dat deze dan ook niet, zooals meermalen was ge beurd, belangrijk zou worden overschreden. Aangedrongen werd op het doen afgeven van quitanties bij het ledigen der muntmetersin de allereerste plaats om fraude te voorkomen en in de tweede plaats om het contrĂ³- leeren door den verbruiker gemakkelijker te maken. Bij post 30 der Uitgaven vraagt een lid of deze post voor verwarming is, wijl op de begrooting daarvoor niets is uitge trokken en wordt door dit lid daarom nadere inlichtingen gevraagd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 819