25 FEBRUARI 1921.
het bezwaar, dat de meeste werkloozen, zooals metaalbewer
kers enz., absoluut ongeschikt zijn bevonden voor grondwerk.
Bij aanbesteding doet zich de moeilijkheid voor, dat men
niet tot den aannemer kan zeggen „deze arbeiders moet
U nemen." Het is niet denkbaar, daarbij het gebruik van
ongeschoolde krachten te kunnen voorschrijven, dat zal door
geen aannemer worden aanvaard. Moge het denkbeeld opper
vlakkig prachtig schijnen, practisch is het onuitvoerbaar.
Niettemin verheugt het spr. dat uit den Raad stemmen
zijn opgegaan om de menschen liever werk te verschaffen
dan zonder meer te steunen.
Wat ten slotte de vraag van den heer Martens be
treft, in zake de aanstelling van twee controleurs bij den
dienst der werkloosheidsverzekering in plaats van één, deelt
spr. mede, dat aan dien tak van dienst behalve de Directeur
iemand is verbonden, die als klerk dienst doetmen kan
daarbij met de aanstelling van één persoon volstaan. Het
zou onjuist zijn met twee te beginnen, te meer daar de buiten
gemeenten het in deze met de zienswijze van het College
eens zijn en het beter vinden om niet eikaars terrein te
betreden, waardoor de omvang van het werk wordt beperkt.
De heer KLUFT zegt, dat, wanneer de Voorzitter
wil wachten op goede krachten, van een oplossing van het
vraagstuk der werkverschaffing nooit iets zal komen. Er is
een groot verschil tusschen de werkverschaffing van het
vorig jaar in Dorst en hetgeen spr. thans voorstelt. De
grond, welke in Dorst bewerkt moest worden, was zoo hard
als metaal. Het werk aan den Wilhelminasingel is voor
iedereen gemakkelijk te doen het is niet anders dan een
kipwagen voortduwen. Spr. gelooft wel, dat er aannemers
te vinden zullen zijn, die er op ingaan met mindergeschoolde
krachten te werken. Laat men het eens probeeren het is
in elk geval beter den menschen werk te verschaffen, dan
ze langs de straat te laten flaneeren.