820 30 DECEMBER 1921. Antwoord Door ons zal worden onderzocht of het doen afgeven van een quitantie bij het ledigen der muntmeters mogelijk en wenschelijk is. Het karakter van den post, art. 30 der uitgaven, brengt mede, dat een toelichting niet mogelijk is. Wel kan worden medegedeeld, dat hieruit niet de kosten der verwarming wor den bestreden. De heer VAM ZWEDEN vindt het gewenscht om quitan- ties beschikbaar te stellen bij het ledigen der muntmeters. De heer HAALMAN merkt op, dat in de destijds door de Gascommissie ingediende begrooting enkele wijzigingen zijn aangebracht, zonder dat die commissie daaromtrent is gehoord of haar daarvan eenige mededeeling is gedaan. Spr. zou er op willen aandringen, wanneer dergelijke wijzigingen geschieden, daarvan dan in elk geval mededeeling te doen aan de commissie. De heer HORNIX heeft klachten gehoord over de kwali teit van het lichtgas spr. verzoekt daaromtrent een onder zoek in te stellen. De heer MEIJVIS wil een cokes-besteldienst op moderne leest geschoeid. De heer FEBER licht de wijziging van enkele posten (artt. 6, 32, 33 en 34 der gewone uitgaven) toe, tengevolge waarvan het geraamd batig saldo van f 72.228,97 op f 84.274,80 kan worden gebracht. De VOORZITTER zegt, dat naar de kwaliteit van het gas zal worden geïnformeerd. Dat naar de mogelijkheid en wen- schelijkheid van het doen afgeven van quitanties bij het ledigen der muntmeters een onderzoek zal worden ingesteld, heeft men reeds in de Memorie van Antwoord kunnen lezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 820