25 FEBRUARI 1921.
83
grondwerk aan den Wilhelminasingel best kunnen verrichten
en dat er wel aannemers te vinden zullen zijn om het met hen
te probeeren, indien men de aannemingssom wat hooger stelt.
De heer MEIJVIS drukt er zijn spijt over uit, dat Burge
meester en Wethouders niet aan zijn verzoek inzake terug
werkende kracht willen voldoen. Te meer daar spr. weet,
dat de Minister nooit bezwaar maakt tegen een zoodanige
regeling. Hij kan daarom niet nalaten Burgemeester en Wet
houders alsnog te verzoeken, juist nu het getal belangheb
benden zoo gering is, terugwerkende kracht te willen doen
gelden vanaf 20 Nov. j.l.
Omtrent hetgeen hier gelanceerd is over werkverschaffing,
zegt spr., dat hij daarmede volkomen accoord gaat. Spr.
heeft de eer deel uit te maken van de Commissie voor de
werkverschaffing, doch de leider dier Commissie heeft de
leden nog nooit voor een vergadering opgeroepen. Gaarne
is spr. bereid te probeeren om andere heeren te vinden voor
besprekingen dienaangaande. Hij wijst er voorts op, dat de
opleiding van sigarenmakers voor metselwerk in 't algemeen
goed slaagtmen zie maar eens naar Tilburg en den Bosch,
waar ten deze goede resultaten door samenwerking met de
vakorganisaties zijn verkregen.
Ten slotte merkt spr. nog op, dat het getal „uitgetrokken"
metaalbewerkers 5 bedraagt, doch dat er hier ter stede 40
in 't geheel werkeloos zijn, waarvan een deel binnenkort
wordt „uitgetrokken."
De heer LIJDSMAN wil een enkel woord in het midden
brengen over werkverschaffing. Spr. kan zich niet met de
voorgestelde ophooging der terreinen aan den Wilhelmina
singel vereenigen, daar nog geen plan omtrent de bestem
ming van dat terrein vaststaat. Als zich echter een geschikte
gelegenheid tot werkverschaffing voordoet, zal spr. er gaarne
toe medewerken.
De heer KORTEWEG merkt op, dat de bedoelde terreinen