30 December 1921 (Voortzetting). Tegenwoordigmevrouw J. M. NEVE-REINTJES en de heeren P. HAALMAN, J. M. MEIJVIS, B. COHEN, W. J. H. EEBER, TH. J. A. VAN DIJK, M. W. MARTENS, C. VAN ZWEDEN, H. J. MOLL, A. SCHRAUWEN, H. J. H. HORNIX, F. F. X. CERUTTI, W. J. A. LOOMANS, A. J. M. CLEMENT, A. W. OOSTVOGELS, C. J. KLUFT, C. TH. BOGMANS, A. C. KORTEWEG en N. J. H. VAN GROENENDAEL. Afwezig de heeren J. LIJDSMAN en dr. P. A. BOSSERS. Voorzitter de heer mr. dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER heropent de geschorste vergadering en stelt aan de orde de verdere artikelsgewijze behandeling der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1922. Uitgaven. Hoofdstuk III. Art. 1 a. Jaarwedden (Belastingambtenaren). Betreffende deze jaarwedden werd door meerdere leden de meening geuit, dat deze te hoog geraamd zouden zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 841