842
30 DECEMBER 1921:
Antwoord
Op het bureau van den controleur waren werkzaam onder
dezen ambtenaar een adjunct-commies, een klerk en een
schrijver, die bovendien den marktmeester assisteert, bene
vens een tijdelijk schrijver. Inkrimping van personeel heeft
hier reeds plaats gehad, doordat de klerk en de tijdelijk
schrijver overgeplaatst zijn naar de gemeente-secretarie, zoo
dat de formatie teruggebracht is tot een adjunct-commies
en een schrijver, tevens hulp van den marktmeester.
De oogenschijnlijke verhooging van dezen post vindt haar
oorzaak in de onjuiste boeking der salarissen van den schrij
ver en marktmeester in de vorige jaren op art. 6 der Ie
Afdeeling van Hoofdstuk II.
Hoofdstuk III wordt goedgekeurd.
Hoofdstuk IV.
Afdeeling I.
Art. i. yaarwedden der ambtenaren van politie.
Bij dit hoofdstuk werden door meerdere leden algemeene
beschouwingen gehouden. Vooreerst werd herhaald, dat men
het politiekorps wel wat te groot vond en bovenal, dat dit
een te duur korps was voor eene stad als Breda.
Bovendien waren meerdere leden ervan overtuigd, dat
geen enkele poging mocht worden nagelaten om in de ten
eenenmale onaangename toestanden in dit korps verbetering
te brengen.
Vele leden overtuigd zijnde, dat inkrimping van het
politiekorps noodig is, gaven in overweging om de open
gevallen plaatsen voorloopig niet meer aan te vullen. Deze
leden waren eveneens van oordeel, dat georganiseerd overleg
bij de politie wenschelijk is.