30 DECEMBER 1921. 847 schillende sprekers absoluut eens de kosten van het politie korps zijn inderdaad enorm hoog doch niet in dien zin, dat andere gemeenten te dien opzichte zooveel voordeeliger uit zijn. Wanneer er iets kan gedaan worden om die kosten te verminderen, kan men op zijn steun rekenen. Het is maar de kwestie, hoe de middelen te vinden om daartoe te geraken. Spr. had reeds het plan opgevat om voorloopig te trachten het met eemge agenten minder te doen. Hij kan evenwel den heer Kluft niet steunen in diens streven naar terug keer tot vroegere toestanden, want dan moet men terug naar verlengden diensttijd en daaromtrent is op dit oogenblik geen voorstel van spr. te verwachten. Men kan spr. niet verwijten, dat het korps grooter is geworden, zulks is de consequentie van het raadsbesluit tot vermindering van den diensttijd. Het getal van 70 agenten lijkt enorm, doch staat gelijk met vroeger 45 toen de diensttijden langer warenhet is dus eigenlijk geen vermeerdering. Indien de Raad mocht besluiten bij andere takken van dienst een langeren diensttijd in te voeren, dan zal ook bij de Politie daartoe worden overgegaan. Het komt spr. echter altijd voor, dat, wanneer na rijp beraad een beslissing is genomen, het niet wensche- lijk is daarop zonder ernstige reden zeer spoedig terug te komen. De dienst met zijn rusttijden is op zichzelf niet zoo zwaar, maar daar staan tegenover de nachtwaken, de uit oefening van den dienst bij alle weersgesteldheden, de dik werf onaangename en moeilijke omstandigheden, waardoor deze dienst niet te vergelijken is met dien der gemeente werklieden. Vermindering van het aantal agenten doet af aan de uitoefening van den dienstdat is de consequentie. Overdrijven doen wij niet. Bijna elke gemeente van de grootte van Breda beschikt over een hoofdinspecteur, hier is dit niet het geval. Ook de klerk, tot wiens aanstelling de door den Raad goedgekeurde formatie machtigt, ontbreekt nog steeds ten bureele. De dienst is dan ook zoo eenvoudig mogelijk ingericht en men kan niet zeggen, dat spr. het geld over den balk gooit. Ook ten aanzien van de groote

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 847