30 DECEMBER 1921. 857 Art. 2. Kleedmg en uitrusting der politie-dienaars en veldwachters. In eene afdeeling vonden alle leden de kosten van klee ding en uitrusting te hoog en achtten zij het noodig de aandacht van het College van Burgemeester en Wethouders hierop te vestigen. In dezelfde afdeeling waren alle leden eveneens van meening, dat de post van f250.voor vloerzeil in de kamer van de inspecteurs veel te hoog is en meenden, dat deze post zelfs-zeer wel kon worden geschrapt. Antwoord Ten stelligste kan worden ontkend, dat de kleeding der politie te Breda bijzonder kostbaar is. In het loopende jaar werd ongeveer f 125.per persoon uitgegeven een ieder moet beschikken over eene korte jas, eene broek, een winter jas en een regenjas, waarvan de vernieuwing regelmatig behoort te geschieden uiteraard zijn niet elk jaar deze vier kleedingstukken voor een ieder nieuw noodig. De uitbreiding van het korps in 19191920 heeft natuurlijk toentertijd de kosten van kleeding tijdelijk sterk verhoogd. Voor 1922 zal de post, waarin schoeisel (volgens de verordening f4000. petten, rijwiel-reparatie, leergoed enz. begrepen zijn, tot f 14000.kunnen worden teruggebracht. De opmerking omtrent een nieuw zeil in een inspecteurskamer vindt haar antwoord in de mededeeling, dat het tegenwoordige zeil er elf jaar ligt en het een veel betreden bureau betreft. Wat de bureau-behoeften aangaat zij aangeteekend, dat hierop in 1921 ruim f2500.is uitgegeven. De heer FEBER deelt mede, dat deze post kan worden teruggebracht op f 14.000. Met inachtneming van deze wijziging wordt de post zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 857