2 5 FEBRUARI 1921. «5 \J- De heer MEIJVIS merkt nog op, dat de „uitgetrokken" sigarenmakers zich vanaf 20 November jl. steeds aan de con trole onderworpen hebben. Dit bezwaar van den Voor zitter tegen het terugwerken der regeling is dus niet van kracht. Spr. vraagt alsnog de terugwerkende kracht toe te staan. De VOORZITTER blijft het ongewenscht vinden om ten aanzien van deze menschen dit te doen. Het uitkeeren van een bedrag ineens bij terugwerking van salarisverhoogingen heeft een ander karakter, dan wekelijkschen steun. Bij dit laatste moet men zich door controle aan huis op de hoogte stellen of de menschen ervoor in aanmerking komen. Men kan betreuren, dat deze regeling wat later tot stand is ge komen, dan men had gewenscht, doch het uitkeeren van een bedrag ineens is in deze absoluut onjuist. Bij traktement is het iets anders. De heer MEIJVIS vraagt vanaf welken datum de uitkee- ring dan nu zal geschieden. De VOORZITTER zegt, dat zulks in verband met de nieuwe ministerieele regeling vanaf 20 Febr. j.l. kan plaats hebben. De punten 15, 16 en 17 worden hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 18. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter goedkeuring aanbiedende een ontwerp-bestek met teeke- ning en voorwaarden van aanbesteding voor den bouw eener nieuwe brug over de Haven (Tolbrug). De heer KORTEWEG, hoewel het plan toejuichende en dankbaar gestemd omdat het ten slotte nog vlug van stapel is geloopen, meent, dat het veel voordeeliger en practischer zou zijn om de brug horizontaal op te voeren de passage wordt dan niet gestremd. Spr. geeft daarom in overweging dit punt aan te houden tot de volgende vergadering en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 85