86o
30 DECEMBER 1921.
De VOORZITTER herinnert er aan, dat de Burgerwacht
is ontstaan ruim 21ju jaar geleden. Als zij heden ten dage
niet bestond, zou men haar op het oogenblik niet oprichten.
De vraag doet zich nu vooris er aanleiding om tot ophef
fing over te gaan Het getal leden van de Burgerwacht
bedraagt thans 650, daaruit ziet men, dat zij toch nog
veel aanhangers telt en dat men in geval van nood over
eenige belangrijke kracht kan beschikken. Spr. zou het daar
om van de gemeente Breda ten opzichte van de oprichters
en het Rijk minder aantrekkelijk gehandeld vinden, indien
zij nu plotseling de Burgerwacht op zijde zette, te meer daar
de geest van saamhoorigheid onder de burgerij door dit
instituut wordt bevorderd en men er goed leert schieten.
Spr. heeft echter het bestuur van de Burgerwacht verzocht,
een onderzoek in te stellen of er wel gegronde reden bestaat
om op dezelfde wijze voort te gaan en of het geen aanbe
veling zou verdienen om tot belangrijke bezuinigingen te
besluiten.
De heer HORNIX stelt voor, het bestuur van de Burger
wacht den wensch tot bezuiniging kenbaar te maken door
den post tot f 1000 te verminderen.
De VOORZITTER Men kan dien wensch ook kenbaar
maken zonder aan het bedrag te tornen men brengt daar
mede de heeren in moeilijkheden en ontwricht eenigszins de
begrooting, die zeer nauwlettend sluit.
De heer MOLL protesteert tegen de uitdrukking „dienst
weigeraar", door den heer Oostvogels gebezigd. Er is
geen sprake van dienstweigering het bestuur is het in deze
in het geheel niet eens. Naar aanleiding van het gesprokene
door den heer Clement, deelt spr. mede, dat de betaling
van het halve jaar traktement aan den ontslagen bediende
niet geschiedt uit de kas van de Burgerwacht, doch uit de
beurs van haar Voorzitter, notaris Verse hraage, waar
voor spr. hem hier een woord van hulde brengt. Ook hul-