30 DECEMBER 1921. 879 Art. 6 A. Onderhoud van urinoirs. Bij dit artikel werd de kwestie der urinoirs ter sprake ge- gebracht en de aandacht van het College van Burgemeester en Wethouders gevestigd op het totaal gemis eener derge lijke instelling vanaf het station tot in de binnenstad en werd er op aangedrongen alsnog pogingen in het werk te stellen om in het Valkenberg tot het plaatsen van een der gelijke inrichting te komen, terwijl bovendien nog gevraagd werd, of het niet mogelijk zou zijn hier ter stede een of meer inrichtingen te plaatsen, waarvan ook door dames ge bruik zou kunnen worden gemaakt. Antwoord Het bestaande urinoir in het Valkenberg werd in 1920 met Uwe goedkeuring opgeruimd. De post wordt zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Art. 7. Kosten van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen en andere waterwerken. Een der leden was van meening, dat deze hooge kosten zeer zeker wettigden een verhooging van de kade- en haven gelden, waartegenover werd verklaard, dat voorstellen in dien geest weldra den Raad zouden bereiken. Meerdere leden achtten het wenschelijk, dat de singels, vooral in het belang der volksgezondheid, vlugger en beter werden schoongemaakt. Antwoord Niet vergeten mag worden dat tegenover deze uitgaven ook staat de opbrengst van de verhuring van den loswal aan de Nieuwe Prinsenkade zijnde f2350.welke opbrengst geboekt wordt op Hoofdstuk II art. 2 j. der Ontvangsten. In Uwe vergadering van 19 dezer werden de havengelden verhoogd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 879