30 DECEMBER 1921.
883
Hoofdstuk VIII.
Afdeeling I.
In het algemeen werd gewezen op het feit, dat de uit
voering der nieuwe wet op het Lager Onderwijs belangrijke
financieele lasten legt op de gemeenten.
Art. 1. Jaarwedden van het onderwijzend personeel
De heer FEBER licht toe, dat dit artikel kan worden
verminderd met f 20.000.
Met inachtneming van deze wijziging wordt de
post zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Art. 11Kosten van het plaatselijk schooltoezicht en de
oudercommissiën.
Gevraagd werd of kon worden verwacht, dat door het
College van Burgemeester en Wethouders zeer spoedig zou
worden overgegaan tot het instellen der oudercommissiën,
die toch in de nieuwe wet op het lager onderwijs bindend
waren voorgeschreven en er feitelijk op 1 Januari 1922 zou
den moeten zijn.
Antwoord:
Het instellen der oudercommissiën behoort o.m. tot de
uitvoering der L. O. Wet 1920 en kan derhalve spoedig
worden tegemoet gezien.
De post wordt zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
Art. 21. Vergoeding ex art. 205 der L. O.-Wet 1920 aan
bijzondere schoolbesturen van 6,214. der geschatte waarde
van aan die schoolbesturen in eigendom toebehoorende terrei
nen, gebouwen en meubelen.
Door sommige leden werd verzocht nadere gegevens te