3o DECEMBER 1921. 895 De bedoelde leden meenden in ernstige overweging te moeten nemen of zij niet hunne stem aan dezen post zouden onthouden. Antwoord Dit is een van de vele door art. 205 der Gemeentewet verplichtend voorgeschreven posten. Op dien grond kan dan ook worden opgemerkt, dat het onthouden van stemmen aan dezen post weinig effect zal sorteeren. De heer FEBER deelt mede, dat deze post kan worden verminderd met f 400, De heer HAALMAN stelt voor, de nog resteerende f 400, te verminderen met f 1,bij wijze van protest tegen de houding van de Kamer van Koophandel aangenomen ten opzichte van de arbeidswetgeving. De VOORZITTER zal het voorstel van den heer Haai man in stemming brengen. De heer HORNIX wenscht niet aan die stemming deel te nemen. Het voorstel van den heer Haaiman wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de heeren Haaiman, Me ij vis, Cohen, Martens, Van Zweden, Moll, Schrauwen, Loomans en Bogmans. Tegen waren mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Feber, VanDijk, Cerutti, Oostvogels, Kluft, Korteweg en Van Groenendael. De heeren Hornix en Clement waren bij deze stemming niet tegenwoordig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 895