902 3o DECEMBER 1921. De VOORZITTER zegt, dat er op die vragen geen gede cideerd antwoord is te geven. Er is nog steeds hangende de kwestie met de spoorwegmaatschappij over het terrein, welke zij voor uitbreiding van het emplacement noodig heeft meer valt er van deze zaak niet te zeggen. De heer MEIJVIS hoopt, dat, zoolang de groote plannen betreffende den Belcrumpolder nog niet verwezenlijkt zijn, er rekening zal worden gehouden met de verhuring van ter reinen aan voetbalvereenigingen. De VOORZITTER dringt er op aan, niet telkens in her haling te treden omtrent dezelfde zaken. De post wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 12h. Rente uit het legaat-Oukoop, voor vernieuwing op restauratie van het Stadhuis. Daar bij de uitgaven een memoriepost was uitgetrokken voor den verbouw van het Stadhuis, werd bij dezen post gevraagd of het inderdaad de bedoeling was weldra tot deze verbouwing over te gaan. Antwoord De verbouwing van het Stadhuis heeft onze aandacht. Plannen daarvoor zijn in voorbereiding. De hooge bouw kosten geven aanleiding om daarmede niet te veel spoed te maken. De post wordt zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Art. 14. Vergoeding, voor het recht van opstal van grond aan den Wilhelminasingel van de woningbouwvereeniqing „de Baronie'1' Door een lid werd gevraagd of, indien in 1922 nog geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 902